Mirro

PsyGro over mirro en het gat tussen huisarts en psychiatrie

Januari 2014: het nieuwe GGZ-stelsel, met de Generalistische Basis GGZ (BGGZ), is een feit. Het doel is de zorg meer rond de patiënt te organiseren; de juiste zorg op het juiste moment, dichtbij de patiënt. Een voorwaartse beweging moet de kloof tussen eerste en tweede lijn dichten. En daar wil Stichting mirro aan bijdragen met een instrument dat de verwijzing naar deze ‘nieuwe’ GGZ ondersteunt: de mirro-screener. We blikken terug op het startjaar van mirro met Ellen Romeijn, psychiater en oprichtster van PsyGro.

PsyGro sprong tien jaar geleden al in het gat tussen huisarts en psychiatrie. Romeijn: “We zijn letterlijk met de 2e lijn  in de huisartsenpraktijk gaan zitten om laagdrempelig zorg te verlenen. We geven de psychiater een gezicht en kunnen snel inspringen op wat op dat moment het probleem is en dat moertje aandraaien. Veel mensen, ook met ernstiger problematiek, kunnen dan met een korte behandeling al zelf weer verder.” Een efficiënte aanpak, zo bleek. “De Vrije Universiteit heeft onze werkwijze onderzocht. Daaruit bleek: wij zien relatief ernstiger problematiek, maar hebben heel weinig drop-out en bijna geen terugval.”

‘Toen we begonnen was er geweldig veel weerstand’
De aanpak  was in 2004 vrij bijzonder; PsyGro vervulde een pioniersfunctie. Met de komst van de Basis GGZ moet nu eenzelfde beweging landelijk op gang komen. PsyGro ging ook in deze ontwikkeling mee en breidde per 1 januari 2014 haar dienstverlening uit met POH-GGZ, consultatie aan de huisarts en de Generalistische Basis GGZ (BGGZ). Inclusief: de mirro-screener.

“De start van mirro was rumoerig, dat weten we allemaal. Toen wij begonnen was er geweldig veel weerstand bij de medewerkers. Ook huisartsen hadden problemen met de screener. Men voelde vooral dat het opgelegd werd door de zorgverzekeraar”, aldus Romeijn. Toch zette PsyGro de implementatie door. “Er was zoveel nieuw. We vonden het belangrijk dat we dezelfde taal gaan en blijven spreken. Een instrument als de mirro-screener ondersteunt daarbij. En ik heb duidelijk gezegd: we gaan intern monitoren hoe het gaat. En daarmee had ik de mensen gemotiveerd om er toch aan te gaan staan.”

‘Je hebt meteen al een deel van je intake gedaan’
Ruim een jaar later blikt Romeijn positief terug. “Je merkt dat medewerkers er nu ook plezier mee gaan hebben. En het allerleukste is: je kan de klinische blik gewoon honoreren en dan heb je meteen al een deel van je intake gedaan. Ik zie ook de kwaliteit van de verwijzingen veranderen. Als bij iemand door de POH al een mirro-screener is afgenomen, dan is er al een heleboel werk verricht bij binnenkomst bij de GGZ.” Waar medewerkers van te voren vreesden dat het invullen van de screener heel belastend zou zijn voor de patient, bleek het tegendeel waar. “De screener vraag systematisch alle gebieden uit. Patiënten geven aan dat ze dat juist fijn vinden. Het betekent een stukje erkenning voor aanvullende klachten die ze anders niet in hun verhaal hadden meegenomen. Ook bij medewerkers zie ik een leereffect. Dat past bij de andere manier van werken binnen de Basis GGZ. ”

‘Met de spiegelinformatie van mirro geven we inhoud aan het gesprek met zorgverzekeraars’
“Voor PsyGro als organisatie zit de grootste meerwaarde in de spiegelinformatie die mirro biedt over het gebruik van de mirro-screener”, gaat Romeijn verder.  “We krijgen inzicht in wat er gebeurt.” De spiegelrapportage geeft informatie over het gebruik van de mirro-screener door de organisatie. De rapportage geeft ook weer hoe de gegevens zich verhouden tot andere organisaties die met het instrument werken en tot het verwachtingspatroon op basis van het postcodegebied. Romeijn: “Uit die rapportages blijkt bijvoorbeeld dat wij vaak zwaardere problematiek doorverwezen krijgen. Maar ook dat we relatief lichtere zorg bieden. Je ziet de manier waarop wij zijn georganiseerd terug; we kunnen bij ernstiger problematiek sneller hulp bieden, met een korte wachttijd, waardoor je minder zwaar hoeft in te zetten. Ik heb zelf de behoefte om dingen meetbaar te maken. Ik ben erg blij dat we dit nu ook zo kunnen laten zien aan zorgverzekeraars. Het geeft ons onafhankelijke data waarmee we meer inhoud kunnen geven aan het gesprek.”

Romeijn ziet veel kansen om op basis van inhoudelijk inzicht de discussie verder vorm te geven. De discussie tussen aanbieders en verzekeraars, over inhoud en innovaties. En de discussie over het nieuwe GGZ-stelsel. “ Ik ben van mening dat de Basis GGZ verder opgetuigd moet worden met zwaardere profielen, multidisciplinair. Nu is het oude wijn in nieuwe zakken. Als je echt wilt dat professionals gaan bewegen in plaats van de patiënt, dan moet de psychiater ook bij behandeling in de GBGGZ in kunnen zetten. Daarmee kan je veel effectiever zijn. Je moet dan wel monitoren wat er gebeurt. Mirro zou daar veel in kunnen betekenen.”

‘Ga opnieuw, samen met huisartsen kijken waar zij voordeel aan hebben’
Na een stroeve start worden de hobbels nu dus langzaam genomen. Met nog genoeg punten voor verbetering. De mirro-screener is volgens Romeijn bijvoorbeeld nog erg individueel gericht; er zou meer een systeemvisie in terug kunnen komen. Maar het belangrijkste verbeterpunt ligt bij het betrekken van huisartsen. “In de ontwikkeling is niet gekeken hoe de mirro-screener de huisarts kan ‘ontzorgen’. Doordat wij in de praktijken zitten, hebben wij gezien wat er aan psychiatrie onbehandeld rondloopt. Mensen die zich presenteren met enkel lichamelijke klachten. Daar zit een vraag, een behoefte van de huisarts. De mirro-screener ondersteunt de POH-GGZ, niet de huisarts. Ik zeg: gemiste kans. Ga samen met huisartsen kijken waar zij voordeel aan hebben.”

‘Mirro brengt mensen met best practices bij elkaar – daar krijg je energie van’
Draagt mirro daadwerkelijk bij aan het verkleinen van het gat tussen huisarts en GGZ? In 2014 zijn in elk geval de eerste positieve stappen gezet. De innovatieve en constructief kritische sfeer waarin mirro de samenwerking met het GGZ-veld vormgeef, geeft Romeijn vertrouwen in de toekomst.  “Mirro brengt mensen met best practices bij elkaar en biedt de gelegenheid feedback te geven en ervaringen uit te wisselen. Ik merk ook dat er geluisterd wordt naar suggesties. Als je iets nieuws doet en je nek uitsteekt, dan krijg je daar energie van. Dat is een platform dat nog breder kan en gaat. En dat is heel belangrijk.”

juni 2015, Stichting mirro