Mirro

De Volkskrant over mirro: betrokkenheid zorgveld niet belicht

Op zaterdag 8 maart verscheen in de Volkskrant een artikel waarin het aanbod van Stichting mirro wordt belicht. Het beeld dat wordt geschetst over de activiteiten van Stichting mirro is uitermate eenzijdig. GGZ-aanbieders zijn direct betrokken bij de inhoudelijke ontwikkeling van de producten. Het artikel besteedt hier geen aandacht aan, waarbij bovendien de positieve geluiden met betrekking tot de inhoud die in het veld de overhand hebben niet worden belicht.

Stichting mirro is een initiatief van de GGZ-instellingen AZmn, GGZ Drenthe, GGZ inGeest en Parnassia Groep en verzekeraar Achmea. Alle inhoudelijke kennis nodig voor de ontwikkeling van de mirro producten, zoals het mirro-screeningsinstrument, wordt ingebracht door het zorgveld. Het komende jaar worden ook de ervaringen van huisartsen, POH’s-GGZ en behandelaren die met de instrumenten werken actief betrokken bij de doorontwikkeling. Het screeningsinstrument wordt dan ook inhoudelijk ontwikkeld en beheerd door zorgprofessionals zelf en niet door Achmea. De ontwikkeling wordt mogelijk gemaakt door financiering vanuit Achmea. Welke behandeling een patiënt krijgt bepaalt de zorgaanbieder, dat is niet aan de verzekeraar.

Positieve geluiden
In tegenstelling tot wat in het artikel wordt gesuggereerd zijn huisartsen en GGZ-aanbieders overwegend positief over de mirro-werkwijze en producten. De mirro-screener wordt gezien als een instrument dat structuur biedt en op compacte wijze alle benodigde informatie geeft, waarbij niet aan het belang van de klinische blik van de zorgprofessional voorbij wordt gegaan. Het feit dat er in de mirro-werkwijze ook ruimschoots aandacht is voor relevante persoonlijke omstandigheden en vaardigheden van de patiënt wordt ook als positief ervaren. Deze geluiden zijn helaas niet terug te vinden in het artikel in de Volkskrant.

Meer dan de helft van de GGZ-instellingen en al veel huisartsenvoorzieningen hebben zich bij mirro aangemeld om met de producten te werken. Eerder deze week onderstreepte minister Schippers in haar beantwoording op Kamervragen ook de meerwaarde van Stichting mirro.

Kritiek: geen gevalideerd instrument
Per 2014 is de Basis GGZ ingevoerd door samenvoeging van de eerstelijns psychologische zorg en de kortdurende GGZ zorgvragen die voorheen in de tweedelijns zorg werden behandeld terwijl dat ook in de eerstelijn kon. De Basis GGZ is verdeeld in 4 – in zwaarte – verschillende producten. Verwijzing naar deze producten en de gespecialiseerde GGZ vindt plaats via een door VWS ontwikkeld verwijsmodel.

De mirro-screener is een digitale vragenlijst. Deze is gebaseerd op de DSM en op ruim 10 jaar ervaring met het proces van toeleiden via een gestructureerd telefonisch interview. De criteria uit het verwijsmodel van VWS zijn ook in de screener verwerkt: aard, ernst, urgentie (risico), duur en complexiteit van psychische klachten. Daarnaast is voor de ontwikkeling van de screener gebruikgemaakt van kennis van de gespecialiseerde GGZ en elementen uit onder meer de ICPC en de MINI. Het combineert dus standaarden die reeds gebruikt worden in de huisartsenzorg en in de GGZ en geeft een objectieve indicatiestelling voor de GGZ. Dit voorkomt discussies en beeldvorming over onnodige en overbehandeling. Dat is in het belang van patiënt, zorverzekeraar en behandelaren.

De mirro-screener is inderdaad geen gevalideerd instrument; dit is logisch aangezien zowel de Basis GGZ als het verwijsmodel nieuw zijn. Een gevalideerd instrument voor verwijzing naar de Basis GGZ bestaat nog niet. De mirro-screener bevindt zich in de validatiefase. Stichting mirro voert dit jaar onderzoek uit op haar producten. Op deze manier willen we bereiken dat op korte termijn wel een gevalideerd instrument voor verwijzing binnen de GGZ beschikbaar is, wat een belangrijke bijdrage zal leveren aan ‘de juiste zorg op het juiste moment’ voor de patiënt.

Privacy en toegankelijkheid gegevens
In reactie op het artikel in de Volkskrant blijken er ook veel onterechte opvattingen te leven met betrekking tot de privacy en de toegankelijkheid van de gegevens uit de mirro-screener. Alleen geautoriseerde personen kunnen bij de persoonsgegevens: de zorgprofessionals die een behandelrelatie hebben met de betreffende patiënten. Stichting mirro kan alleen bij de gepseudonimiseerde persoonsgegevens. Deze gegevens zijn niet herleidbaar naar unieke personen  Deze database wordt gebruikt om onderzoek op te doen, onder meer om de screener te verbeteren. Zorgverzekeraars hebben geen toegang tot deze database. De ingevulde gegevens worden vertrouwelijk behandeld conform de daarvoor geldende privacywetgeving.

Namens het bestuur van Stichting mirro,

Stephan Valk
voorzitter

 

Wat is Stichting mirro?
Mensen met psychische klachten moeten kunnen vertrouwen op optimale zorg en ondersteuning. Zorg die vroegtijdig, eenduidig en doelmatig is, zoveel mogelijk in een vertrouwde omgeving plaatsvindt en past bij de individuele klachten, behoeften en vaardigheden. Om dat te bereiken ondersteunt Stichting mirro de GGZ in en om de huisartsenpraktijk; zowel om ziekte te voorkomen als te behandelen. De juiste zorg op het juiste moment, dichtbij de patiënt; dat is waar mirro voor staat.

Mirro biedt drie producten: (1) gratis online zelfhulpprogramma’s voor consumenten, (2) een screeningsinstrument dat de huisarts, de POH GGZ en GGZ professional adviseert en ondersteunt bij het bepalen van de juiste vervolgzorg voor een patiënt, (3) behandelmodel voor levering van Basis GGZ. Deze producten worden door een wetenschappelijke raad getoetst en de effectiviteit wordt met onderzoek gemeten. Stichting mirro is een onafhankelijke stichting zonder winstoogmerk. In het bestuur zijn zorgaanbieders en zorgverzekeraar vertegenwoordigd.